Fictie

Voetstappen...

Dit verhaal hebben wij zelf moeten schrijven. De inleiding was al voorgeschreven, waardoor er al wat spanning in het verhaal zat.

Frank hield zijn adem in, terwijl hij met zijn hand de mond van Inge afdekte. Ze keken allebei naar de deur. Waren ze nou maar niet hiernaartoe gekomen. Papa had nog zó gezegd dat hij eerst de buurt wilde verkennen voor ze alleen weg mochten. Inge deed Franks hand opzij en seinde dat ze zelf ook wel haar mond kon houden. Waarom vinden jongens toch altijd dat ze de leiding moeten nemen?

Ze hoorden voetstappen, ze kwamen steeds dichter bij. Inge en Frank waren bang, heel bang. Inge wilde een stuk verder de donkere kamer in lopen, maar Frank hield haar tegen, want niemand wist wat er in deze kamer was. ‘Wie weet liggen er overal botten of wapens’, siste Frank. Ze schrok daar van en ze gilde. De voetstappen werden nog harder en ze zagen dat er met een zaklamp werd geschenen. Frank zag in zijn ooghoek een oude kledingkast en een grote kist staan. ‘Inge!’ fluisterde hij, ‘Ga in die kast staan, dan ga ik in de kist liggen! Als ze dan binnen komen dan vinden ze ons niet!’ Zonder een woord te zeggen slopen ze naar hun schuilplekken.

Er werd op de deur gebonsd, er werd aan de klink getrokken en Inge jammerde. Frank zei tegen Inge dat hij de deur op slot had gedaan en hij de sleutel in zijn zak had, maar Inge werd niet rustig. Ze hoorden het gedaante wat voor de deur stond weglopen. De voetstappen zwakten af. Een schot en een gil, was wat ze hoorden. Het gegil van een man! Was hun vader hun komen zoeken en dacht hij dat er niemand achter de gesloten deur zat? Was het misschien de boswachter die wat gehoord had? Er waren zoveel vragen waar ze het antwoord niet van wisten. Ze kwamen uit hun schuilplaats, ze keken elkaar aan, maar konden alleen maar zwijgen. Frank liep richting de deur en zocht naar een licht knop. Na een tijdje zoeken vond hij hem. Hij drukte op de schakelaar en de lamp ging in flitsen aan. Inge en Frank waren in shock van wat ze zagen. Messen, kogels, geweren, lege hulzen, een revolver en een granaat. Maar vooral veel messen, héél veel messen. Ze keken elkaar weer aan. Dit was geen gewoon huis, maar het huis van een moordenaar! Alleen wisten ze niet van wie het huis was en durfden ze niet te gaan kijken wie er was neergeschoten op de gang. Ze wilden het niet zien, en waren bang dat ze er zelf dan ook geweest waren. Één ding was zeker: Inge en Frank kwamen hier niet zomaar weg. Opnieuw hoorden ze voetstappen. Ze hoorden een man schelden Frank wilde het licht weer uit doen, maar struikelde. De voetstappen hielden resoluut op. Inge en Frank waren nu in groot gevaar. Nog voor dat ze het doorhadden het gedaante de deur opengebroken en stonden ze oog in oog met iemand…

Het was hun vader! Nog nooit waren ze zo blij geweest om hem te zien! Inge was zo opgelucht om hem te zien dat ze begon te huilen. ‘Maar, pap, wie is er dood geschoten? En weet je wie dat heeft gedaan? Heb jij dat gedaan? Heb...’ vroeg Frank geschrokken. ‘Ik heb niets gedaan en heb ook niets gezien. Wel weet ik dat het de bewoner is van dit huis.’ vertelde hun vader. ‘Ik heb het alarmnummer al gebeld en ze komen er aan. Ik ben op het geluid afgekomen en zo heb ik jullie gevonden. Ze bleven in de kamer tot dat de hulpdiensten arriveerden. Ze werden door de politie naar buiten geloodst. Ze werden meegenomen naar het bureau en daar werden ze ondervraagd. Na een lang verhoor mochten ze eindelijk naar huis.

Uit het politieonderzoek is gebleken dat de huisbaas zelfmoord gepleegd heeft omdat hij gezocht werd voor een moord uit het verleden.  Hoogstwaarschijnlijk kon hij de stres niet meer aan en is hij doorgedraaid en heeft toen meteen een einde aan zijn leven gemaakt.

 

Etalage taal?!

We hebben allemaal eerst reclame gezocht in de stad. We hebben al die reclame overgetypt in een document, we hebben dus een corpus gemaakt. Daarna hebben we alles gerangschikt in verschillend genres. Daarna ben ik zelf op onderzoek uitgegaan.

Wat vooral opvalt is dat als ik het woord ‘sieraden’ intyp dan zie ik dat dat genre geschikt is voor iedereen, dat is overal hetzelfde. Ook is alle reclame is gedrukt dus niet met de hand geschreven. Ze zijn allemaal stellend geformuleerd.

  Als ik zoek op het aantal woorden 6, dan kom ik het snelst bij het genre ‘elektronica’ uit. Allebei de zinnen hebben 6 woorden, allebei bedoeld voor jongeren die van gamen houden, allebei gedrukt, allebei in kleine letters, geen humor, geen woordspeling, geen ontkenning en geen persoonsvormen. Ze zijn van verschillende ondernemingen maar toch zien er redelijk het zelfde uit.

  Als ik zoek op ‘eten’ dan zie je eigenlijk dat de reclame uitingen bijna allemaal stellend gegeven zijn. Ook zijn het geen van alle ontkenningen.

  Je ziet dat de meeste reclame’s korte zinnen zijn. Dit doen ze omdat dat de klanten dan snel in één oogopslag kunnen zien waar het over gaat. Als er lange zinnen gebruikt worden dan zie je dat de lezer snel afgeleid is, dat willen de winkels graag voorkomen.